Het klinkt ingewikkelder dan het is. Genealogie – of stamboomonderzoek – betekent het onderzoeken van je voorouders, en het verwerken van hun gegevens in (bijvoorbeeld!) een stamboom. Er zijn verschillende manieren om dit te doen en meerdere richtingen die je met je onderzoek op kunt.

Het onderzoek

Stamboomonderzoek is een hobby die verrassend verslavend werkt. Wanneer je een akte of naam van een voorouder vindt, kun je hier oprecht blij van worden. Stap voor stap kom je steeds verder in je onderzoek, dichter bij je doel. Het uitzoeken van je stamboom en het onderzoeken van de levens van je voorouders kun je zo uitgebreid maken als je zelf wilt. Als je álle gegevens van ál je voorouders wilt verzamelen, ben je wel een tijdje zoet. Ben je echter heel gericht op zoek naar de herkomst van je achternaam, dan ben je er veel minder tijd aan kwijt. Gaandeweg zul je er achter komen wat jou het meest trekt in je onderzoek en waar je nog meer over wil weten.

Hoe begin je?

Klinkt leuk, zo’n onderzoek, maar waar begin je nou eigenlijk precies? Eigenlijk kan ik je daar een heel kort antwoord op geven – bij jezelf. Wat weet je al? Schrijf dit op. Probeer zoveel mogelijk gegevens te noteren van je familie. Jaartallen, leeftijden, meisjesnamen van aangetrouwde tantes, et cetera. Ga bij jezelf te rade of je nog dingen in huis hebt liggen waar die gegevens op kunnen staan, zoals oude geboortekaartjes of een verjaardagskalender. Kom je er niet uit? Maak je geen zorgen als je vastloopt. Soms kun je wel een grove schatting maken van de geboortedatum van iemand. Ging je vroeger bijvoorbeeld in de herfst naar zijn of haar verjaardag of lag er al sneeuw? Werd er niet gezegd dat ‘die ene oom’ een week na een ander familielid jarig was? Noteer de gegevens die je wel zeker weet, en wees duidelijk in welke gegevens je nog niet weet.

En dan?

De bekende feiten staan nu op papier. De volgende stap is dat je de gegevens over je ouders en grootouders compleet gaat maken. Gegevens over de eerste honderd jaar vanaf nu staan namelijk vaak niet online, in verband met privacyregels. Meer informatie daarover vind je op de website van het Centrum voor Familiegeschiedenis. Veel informatie van de jaren daarvoor vind je wel online. Het is daarom zaak om die eerste honderd jaar te ‘overbruggen’. Doe dit door familieleden om hulp te vragen. Misschien weten zij wel de geboortedag van je oma of hebben zij nog een trouwboekje liggen van je grootouders.

Mocht dit niet lukken, bijvoorbeeld omdat er geen oudere familieleden meer in leven zijn of omdat zij liever niet met je in gesprek gaan hierover, dan is het nog mogelijk om een uittreksel van de persoonskaart van je familielid op te vragen. Hier zit vaak wel een bedrag aan verbonden, maar er kan hele waardevolle informatie op staan. De persoonskaarten kun je opvragen bij het CBG. Hou er wel rekening mee dat het enkele weken kan duren voordat je ze hebt.

Verder terug

Eenmaal de grens van honderd-jaar-geleden gepasseerd, merk je dat er veel meer over je familie te vinden is. Sinds 1811 wordt in Nederland namelijk de Burgerlijke Stand bijgehouden met informatie over geboorte, dopen, huwelijken en overlijden. Voer eens een willekeurige (achter)naam in op Wiewaswie en je ziet meteen hoeveel informatie er in eerste instantie te vinden is. Bij sommige namen moet je misschien meerdere varianten proberen, mocht de eerste schrijfwijze geen resultaat opleveren. Hier gaat je speurtocht pas echt beginnen! Houd pen en papier bij de hand voor aantekeningen, zorg dat je een paar uur niet gestoord kan worden en ga op onderzoek uit.

Waar kun je zoeken?

Een belangrijke website die je als startpunt voor je onderzoek kunt gebruiken, is dus wiewaswie.nl. Dit is een database waarmee je in één keer allerlei registers kunt doorzoeken uit verschillende stads- en streekarchieven. Veel grote steden hebben een eigen stadsarchief, bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Den Bosch en Enschede. Daarnaast bestaan er streekarchieven die een groter gebied beslaan. Bijvoorbeeld Voorne Putten, Midden-Holland, Brabant of Friesland. Veel van deze archieven hebben naast hun doop- trouw- en begraafboeken ook interessante collecties gedigitaliseerd. Denk hierbij aan militieregisters of politierapporten. Voor onderwerpen als de slavernij, Nederlands-Indië of de Tweede Wereldoorlog kun je bij het Nationaal Archief terecht. Zij bieden ook zoekhulpen aan die je op weg helpen bij je onderzoek naar deze onderwerpen.

Andere genealogen vormen ook een belangrijke bron voor je onderzoek. Zij hebben misschien al onderzoek gedaan naar een bepaalde tak waar jij ook geïnteresseerd in bent, handig! Pas wel op voor fouten. Een lees- of typefout is snel gemaakt en door deze fout niet te controleren, verspreid je de onjuiste informatie weer verder. Probeer als dat kan een dubbelcheck te doen: neem iets pas over wanneer je in twee verschillende documenten of akten dezelfde feiten tegenkomt. Als je deze vuistregel in acht neemt, kan het onderzoek van een ander een goudmijn zijn. Wees je wel bewust van het feit dat andere genealogen hier ook vele uren in hebben gestoken, iets publiceren alsof het je eigen werk is, is dan ook niet netjes. Neem bij vragen of aanvullingen contact op met de eigenaar van het werk, wie weet welke leuke contacten hieruit kunnen voortvloeien!

Enkele tips:

  • Zorg dat je een digitaal programma gebruikt dat werkt voor jou. Papier is prettig, je hebt zelf in de hand hoe je alles noteert, maar hoe meer gegevens je verzamelt, hoe onoverzichtelijker het wordt. Ikzelf gebruik de MyHeritage Family Tree Builder (de gratis gedownloade variant) maar er zijn nog vele andere programma’s. Zoek uit wat je prettig vindt en wat je belangrijk vindt in een programma. Ik wilde minstens vier generaties tegelijk in mijn scherm kunnen zien, bij dit programma zijn dat er zelfs zes.
  • Maak niet alleen aantekeningen van je vondsten, noteer ook waar je ze gevonden hebt! Een bronvermelding is erg belangrijk om later te kunnen herleiden waar je iets vandaan hebt. Bijvoorbeeld omdat er iets niet klopt, of omdat er nog een detail bij stond die je nog niet had  opgeschreven… Niets zo vervelend als uren zoeken naar een document waarvan je zéker weet dat je het ergens hebt gezien!
  • Zoals hierboven ook al vermeld: wees kritisch op werk van een ander. Controleer gegevens voordat je ze overneemt, het liefst twee keer in twee verschillende documenten. Het zou zonde zijn als je later niet meer verder komt omdat je gegevens onjuist blijken te zijn.
  • Geef de moed niet op wanneer je iets niet kunt vinden. Wees creatief! Kijk nog eens naar de schrijfwijze van je namen, controleer jaartallen en maak van de 8 eens een 6. Het zou zomaar kunnen dat een akte verkeerd is gedigitaliseerd, of het handschrift van een scribent nagenoeg onleesbaar is.

Tot slot

Ik hoop dat dit artikel je een beetje op weg geholpen heeft en mijn tips je helpen bij je onderzoek. In komende artikelen ga ik in op de vervolgstappen die je kunt nemen om verder te komen. Als je ergens niet uitkomt of je loopt vast in je gegevens, stuur me een berichtje en ik kijk met je mee!