Zoals jullie misschien hebben gezien op de social media-accounts van Atavus, ben ik de afgelopen maanden druk bezig geweest met een groot project. In deze blog leg ik uit hoe ik het project aangepakt heb en wat er nog staat te gebeuren.

Het begin
Ik weet nog goed hoe ik aan deze enorme missie ben begonnen. Het was een koffer vol met papieren, enveloppen, brieven en velletjes met doorgedrukte inkt. Er zat ook nog een sigarenkistje met foto’s bij, en overal lagen stukjes krantenknipsel. Een bijna onmogelijke opgave zou je zeggen, zeker met de wetenschap dat het zo’n 200 geschreven velletjes bleken te zijn.
Ik heb mijn werkplek leeggemaakt en heb alles op tafel gelegd. Alle brieven, enveloppen en andere papieren. Ik had geen flauw idee wat er precies in zou staan, alleen dat het over de emigratie naar Amerika zou gaan. Maar de brieven waren in geen jaren meer aangeraakt, laat staan doorgelezen. En dat zou ook helemaal niet lukken als het zo’n rommeltje zou blijven.
Dus moest ik dit ‘rommeltje’ op orde zien te krijgen. Ik begon met sorteren: eerst op jaar, vervolgens op maand. Uiteindelijk lukte het me na zo’n 2 uur om de brieven op volgorde te krijgen. Ik had een grote multomap gekocht en 200 insteekhoesjes besteld. Ieder velletje kreeg zijn eigen mapje, zodat de brief goed leesbaar zou blijven en niet beschadigd zou raken door mijn aanrakingen.
Mijn doel? Alles digitaliseren. Niet door te scannen, maar door alle brieven over te typen. Stuk voor stuk.
De brieven
De allereerste brief is geschreven op 19 oktober 1951, maar die is niet van Cor, de emigrant zelf. De eerste brief is geschreven door één van de boeren die als gastgezin voor de emigranten zou fungeren. In deze eerste brief, gericht aan Cors vader, stelt deze man zijn vader gerust. Hij schreef dat Cor in een gezellig plaatsje terecht zou komen waar vier winkels en een High School waren. Ook beschreef hij het landschap en de manier van boeren in Alabama. De eerste brief van Cor zelf schreef hij twee maanden later, toen hij onderweg was met de Ryndam op 9 december 1951. Er volgen nog twee brieven tijdens deze reis, waarna op 21 december voor het eerst vanuit Alabama werd geschreven.

Wat volgt, is iets heel bijzonders, al helemaal omdat het zo lang bewaard is gebleven. Elke week (!) schreef Cor naar huis. Elke week een brief! Naar zijn ouders en thuiswonende broers, en zo nu en dan naar zijn dan al getrouwde zussen. Dit wekelijks schrijven hield hij vol tot januari 1954. Op die manier krijg je dus echt een inkijkje in het dagelijks leven en het opbouwen van een nieuw bestaan in een ver, vreemd land.
Na januari volgen er dat jaar ongeveer twee brieven per maand. Dit stopt echter eind juli, waarna Cor het schrijven in mei 1955 weer oppakt. Tussen 1955 en 1964 zit helaas wel een gat. Misschien zijn er in die tijd wel brieven geschreven, maar zijn deze niet bewaard gebleven. Of er was die jaren helemaal niet geschreven, dat kan natuurlijk ook. Cor had het ontzettend druk in zijn beginjaren, hij moest namelijk een boerderij opzetten op een stuk grond van minstens 250 hectare.
De inhoud
Wat hier allemaal bij kwam kijken, beschreef hij uitgebreid. Van koeien kopen in Tennessee, tot het veilen van een varken terwijl hij niets van de hele veiling kon verstaan. Ook allerlei gesprekken met buren, vrienden en bekenden, het kopen van nieuwe auto’s en huishoudapparatuur en de roddels die men in Nederland over hem had komen aan bod. Hij reageert ook veelvuldig op de brieven die het thuisfront hem stuurde, waardoor je soms ook een goed beeld krijgt van wat daarin heeft gestaan.
Hoewel er veel leuke en onwijs interessante dingen worden geschreven, is het toch ook weleens verdrietig. Je voelt de onmacht die Cor moet hebben gevoeld toen zijn vader in 1952 overleed, terwijl Cor niet in staat was om naar huis te komen. Ook de Watersnoodramp maakte grote indruk op Cor. Er waren dan gelukkig geen bekenden van hem bij betrokken, je voelt zijn verbondenheid met Voorne-Putten, waar het gezin oorspronkelijk vandaan kwam. In één van de laatste brieven overlijdt zijn moeder, die hij nooit meer heeft kunnen zien. Cor is nog wel een keer in Nederland geweest, maar dit was in de jaren ’80.
Verder is de groep emigranten in Alabama volledig uit elkaar gevallen. Een aantal gezinnen koos ervoor om zich bij andere Nederlandse kolonies te voegen in North-Carolina, terwijl anderen naar Chicago of Californië trokken. Cor heeft heel veel geluk gehad bij het opzetten van zijn farm. Hij kon een mooie overnemen, kreeg financiële hulp en had veel behulpzame boeren in de omgeving.

Hoe nu verder?
Nu alles is overgetypt, heb ik een document met zo’n 98.000 woorden op mijn laptop staan. Hier wil ik uiteindelijk een leesbaar verhaal van maken, afgedrukt in een mooi boek. Ook dit gaat nog een flinke klus worden, aangezien ik geen redacteur ben. Wel wil ik, omdat het mijn eigen onderzoek is en ik er ondertussen al veel over weet, dit helemaal zelf doen. Ik begin met het wissen van alle aanheffen (“Beste allemaal, hier is weer een brief van ons…”) en vervolgens moet ik elke zin opnieuw doorlezen en beslissen of deze blijft staan of niet. Lang niet alles is natuurlijk even interessant of voegt iets nieuws toe aan het verhaal. Wel wil ik zo dicht mogelijk bij de brieven blijven en hooguit wat details aanvullen als iets onduidelijk geschreven is.
Een hele uitdagende klus dus! Ik hoop hier aan het einde van 2021 klaar mee te zijn. Over de uiteindelijke vorm horen jullie dan meer! En als ik een interessant stuk vind, deel ik dit op de social media van Atavus. Volg me dus ook op Facebook en Instagram als je op de hoogte wil blijven.