Als je onderzoek doet naar familiegeschiedenis, of geschiedenis in het algemeen, krijg je veelvuldig te maken met verschillende handschriften. Een aantal geschreven bronnen die je tegenkomt bij je onderzoek zijn bijvoorbeeld aktes, gezinskaarten, registraties en militaire inschrijvingen. Vergeet ook de brieven, dagboeken, regeltjes tekst voorin een boek of achterop foto’s niet! Maar wat kun je doen als je deze tekst moeilijk kunt ontcijferen?
Het ene handschrift is beter leesbaar dan het andere. Veel mensen hebben wel netjes leren schrijven op school, maar zijn dat in de loop van de jaren weer een beetje verleerd, bijvoorbeeld doordat ze het niet nodig hadden in hun werk. Daarbij gingen in vroegere jaren lang niet alle kinderen tot hun 18e naar school. Op het platteland was het tot 1900 zelfs heel normaal om als kind mee te helpen op de boerderij van je ouders. In de stad waren er vaak meerdere scholen in de buurt en werd het meer aangemoedigd om kinderen langer naar school te laten gaan, maar nog gebeurde dat niet altijd. In 1901 is de leerplichtwet ingevoerd, die inhield dat alle kinderen verplicht tot hun 12e naar school moesten. Helaas wil dat niet zeggen dat de handschriften van deze kinderen drastisch verbeterden!
De bronnen
Veel oude bronnen zijn met de hand geschreven, soms in combinatie met voorgetypte stukken tekst. Een gezinskaart of geboorteakte kan er bijvoorbeeld zo uitzien:
Nu zijn deze (naar mijn mening) wel goed te lezen, maar wat doe je als je een stuk tekst wil lezen waar je meer moeite mee hebt? Via Instagram Stories heb ik afgelopen weekend een paar tips gedeeld en wat foto’s uit mijn eigen familiearchief laten zien. Zo heb ik bijvoorbeeld veel handgeschreven brieven en briefjes in mijn bezit, en heb ik redelijk wat ervaring opgedaan met verschillende handschriften. Natuurlijk ben ik ook vaak tegen een onleesbaar handschrift aangelopen, waarbij ik eigenlijk altijd drie dingen in mijn achterhoofd hou.
Mijn tips
1: Vraag jezelf af: wat is de context?
De context van een tekst is voor mij als onderzoeker erg belangrijk om mee te nemen. Dan heb ik het over de inhoud, maar ook over de tekst als geheel. Zelf begin ik meestal (afhankelijk van de soort bron) met de volgende vragen:
- Wie is de schrijver? Aan wie is de tekst gericht? Wanneer is het geschreven? Over welke periode spreken we dan, wat gebeurde er op die datum of in dat jaar?
- Waarom is de tekst geschreven? Wat is de achtergrond van de schrijver? Begrijp ik alles wat er wordt bedoeld in de tekst? Wat begrijp ik niet of weet ik niet zeker?
- En ten slotte, vooral bij persoonlijke documenten: waarom heb ik deze tekst nu hier? Waarom is hij bewaard en waar, door wie en op welke manier? Is er een envelop bij deze brief, zitten er ringbandgaatjes in dit document, is de foto bij deze tekst in een fotoboek geplakt en wat is daar de context van?

Het ligt er natuurlijk helemaal aan wat voor vragen je jezelf stelt, afhankelijk van wat voor tekst je voor je hebt. Bij een officiële akte of overheidsdocument is het minder relevant om je af te vragen waarom de tekst bewaard is gebleven, terwijl dat bij een persoonlijk briefje wel belangrijk is. Ook is de auteur niet altijd te achterhalen, (soms ook helemaal niet relevant) maar speelt de periode des te meer een belangrijke rol. Door dit soort antwoorden voor jezelf op een rijtje te krijgen, kom je ook al meer te weten over de mogelijke inhoud. Daardoor kun je misschien begrijpen wat er ongeveer staat zonder elk woord te moeten kunnen lezen.
2: Probeer zo veel mogelijk te lezen van de schrijver in kwestie.
Of het nu gaat om een informele brief naar een familielid, een passagierslijst van de Holland Amerika Lijn of een testament, deze tip gaat in elke situatie op. Het belangrijkste hierbij is dat je vergelijkingsmateriaal hebt. Kun je een naam of getal op de passagierslijst niet lezen, terwijl je vermoedt dat hij belangrijk kan zijn? Lees de rest van de namenlijst dan eens door, eventueel ook de volgende bladzijde, zodat je namen, letters en cijfers kunt vergelijken. Een testament wordt vrijwel altijd opgesteld door een notaris. Het is een notaris zijn of haar werk om akten op te stellen, dus je kunt er vast meer van vinden. Bij een brief kun je proberen om meer geschreven tekst van die persoon te achterhalen, bijvoorbeeld in een tweede brief of op de achterkant van een foto. Bij een langere brief heb je misschien al genoeg vergelijkingsmateriaal in de brief zelf. Wat ook absoluut geldt: hoe meer je leest van iemand, hoe vertrouwder je raakt met zijn of haar handschrift. Daardoor zou het zomaar kunnen dat je na een tijdje wel makkelijk kunt lezen wat er staat!

3: Puzzelen!
Als je écht wilt weten wat ergens staat, en je komt er niet uit door de eerdere tips, dan zit er niks anders op dan te puzzelen. Deze tip is wat lastiger te beschrijven omdat elke ‘puzzel’ weer volledig anders kan zijn. Zo heb ik te maken gehad met een brief op zeer dun luchtpost-papier waarvan de inkt volledig doorgedrukt was. ‘Gelukkig’ schreef de auteur behoorlijk cursief, waardoor ik er met goed kijken wel uitkwam welke woorden bij de voor- en bij de achterkant hoorden. Met een felle lamp en een blaadje om de regels te bedekken heb ik de brief regel voor regel weten te ontcijferen.
Ook heb ik grote moeite gehad met een adres achterop vier Tsjechische enveloppen. De letters op de enveloppen kwamen wel overeen, maar het was een afkorting van een plaatsnaam die ik niet ken, zowel het dorpje als de afkorting niet. Na heel veel Googlen, heel veel woord- en lettercombinaties, kwam ik op het dorpje Uherský Brod, ergens ten zuidoosten van Brno. Over de straatnaam twijfel ik nog, maar ik ben blij dat ik de plaats in ieder geval kan duiden.
Een ander voorbeeld is een brief van vier kantjes die ik in het oorlogsdagboek van mijn opa vond. Achterop enkele foto’s stond een tekstje in hetzelfde handschrift maar met een andere datum, dus het moest iemand zijn die mijn opa kende of vaker schreef. Maar toen ik de brief beter bekeek, zag ik dat het eigenlijk helemaal niet leesbaar was! Er stonden wel normale letters, maar ook een heleboel krulletjes en haakjes die ik totaal niet herkende. Een rondje Googlen op ‘Duits schrift 1948’ leverde me al snel het begrip ‘Sütterlin-Schrift’ op. Dit is een oud-Duits schrift dat tussen 1920 en 1941 in heel Duitsland werd gebruikt, eigenlijk als een standaardisering van verschillende cursieve handschriften. Nu kan ik redelijk Duits lezen, maar dit was nog wel een uitdaging. Ik heb verschillende alfabetten in Sütterlin en Kurrentschrift op internet opgezocht en heb deze uitgeprint. Vervolgens ben ik gaan oefenen met de losse letters en het handschrift van de schrijfster van de brief. Een aantal woorden – jetzt, sehr, gibt – waren al redelijk snel te lezen, de rest duurde wat langer. En een heel aantal woorden heb ik nog niet, maar het grootste deel van de brief heb ik nu ontcijferd.
Al met al kost het vergelijken, het uitzoeken van de context en al het gepuzzel zeker veel tijd, maar als je graag wil ontdekken wat ergens staat dan is het die moeite zeker waard!
En mocht je er nou écht niet uitkomen? Stuur me een berichtje of mail naar info@atavus.nl, dan kijk ik met je mee!